Er gaat een vuur
een rode lijn
vanaf Perk, Kloos
via Marsman en Slauerhoff
tot aan Reve
een gouden draad
een rode lijn
vanaf Perk, Kloos
via Marsman en Slauerhoff
tot aan Reve
een gouden draad
hier weer opgenomen
een samenspannend verzet
het eeuwig heerlijke
in de polders, boezems en sloten
een samenspannend verzet
het eeuwig heerlijke
in de polders, boezems en sloten
voorgoed gestort
een nieuw oud woord
nog niet eerder gehoord
enzovoort
o, veel moet er nog geschreven worden
over zon in ziel
harten verblijden waar zij verdorden
onder buis en kiel
een nieuw oud woord
nog niet eerder gehoord
enzovoort
o, veel moet er nog geschreven worden
over zon in ziel
harten verblijden waar zij verdorden
onder buis en kiel
in rijm, ritme en dronkenschap
een groot Hollands gedicht
geschreven zonder geschrapals overwinnend vergezicht
pen's vers zou starten met Sint Sura
en vertellen over haar wonderput
haar aanroepen, verhalen haar saga
uitweiden over haar kracht en nut
uitweiden over haar kracht en nut
dat wonderputje, hoewel vernietigd door de geuzen
stroomt nog immer in Dordtjes grond
zij die eruit drinken worden terstond tot reuzen
als zwaluwen tollen zij dronken rond
stroomt nog immer in Dordtjes grond
zij die eruit drinken worden terstond tot reuzen
als zwaluwen tollen zij dronken rond
slechts woorden in Eden geschreven
worden hier bedreven
wachtwoord
paswoord
worden hier bedreven
wachtwoord
paswoord
wie danst er nog door de lanen ?
wie wil zich nog uit 't beton losboren
klapwieken en zingen met de zwanen ?
onzichtbare vogels vliegen in ons
de ziel is groter dan haar naam
de ziel is groter dan haar naam
zachter dan mos of dan dons
dieper dan diep haar vaam
dieper dan diep haar vaam
wij gaan de gelukkige uren verlengen
poëtische schok
golf, verzengen
en bloc
poëtische schok
golf, verzengen
en bloc
een stroom, een vloed van gloed
door de eeuwen bespaard
eis van de geest, zwaard
zaad van het woord, zweet, bloed
dat niet kan vergaan
een Hollandse brand
naar Rembrandt
gouden gloed, traan
zonnedrift bij Vincent
vervulling der cosmos
per doek, in woord en prent
van alle zwaarte los
och, waarom toch leven
als de goede woorden
ons niet meer worden gegeven
enkel 't gevloek van moorden
als de goede woorden
ons niet meer worden gegeven
enkel 't gevloek van moorden
't zijn geen loze beweringen
geen sprake van wanne balen
wat dichters wieken malen
schone kracht hun bezweringen
geen sprake van wanne balen
wat dichters wieken malen
schone kracht hun bezweringen
het woord is den beginne
en strekt zich uit tot het laatst
het woord komt uit de minne
wanneer hemel tegen aarde kaatst
"och !" sprak Sura in de nacht
"tenzij gij uw middelpunt hervindt
de draad die de Batavieren verbindt
blijft de Berderver bij u aan de macht
zolang gij uw woord kwijt bent
centrum van uw heiligheid
brandpunt van uw heerlijkheid
wijkt de Bedrieger voor geen cent
pas als gij zon terugbrengt in uw zielen
zal hij u eerbiedigen en eren
uw wonden zalven en uw zweren
ja zelfs voor u buigen en nederknielen
zoniet dan is het met u gedaan
en zijt gij als volk verdwenen
dan valt er ook weinig te bewenen
het land was toch al ondergegaan
"och !" sprak Sura in de nacht
"tenzij gij uw middelpunt hervindt
de draad die de Batavieren verbindt
blijft de Berderver bij u aan de macht
zolang gij uw woord kwijt bent
centrum van uw heiligheid
brandpunt van uw heerlijkheid
wijkt de Bedrieger voor geen cent
pas als gij zon terugbrengt in uw zielen
zal hij u eerbiedigen en eren
uw wonden zalven en uw zweren
ja zelfs voor u buigen en nederknielen
zoniet dan is het met u gedaan
en zijt gij als volk verdwenen
dan valt er ook weinig te bewenen
het land was toch al ondergegaan
maak, dichter, van mijn oord
een opening, een voord
in het slijk, op het gruis
herbouw mijn heilig huis
ik, Sura, sta je nabij
geen pijl die je treffen kan
och, wees me een échte man !
je overwinning staat al vast
voordat de strijd nog moet beginnen
de buit is al binnen
nog voor de last
maak de tongen los met mijn woord
stort mijn zon uit over de wijde weiden
ge zult de fluwelen polders ermee verblijden
zielen verlossen van vloek, doem en moord
verbrijzel toch het juk
in een stroom
van lust en geluk
breng de klanken weer tot rinkelen
op snaren in machtige akkoorden
gelijk de talloze sterren twinkelen
och dichter, wees mijn stem
breng mijn woorden naar de polders
waai over de daken ruk aan de bolders
gebruik mijn adem zonder rem"
'k kon m'n oren niet geloven
zoals zij dwingend sprak van boven
woorden gaf aan haar macht
"je brengt me tot koken
je brengt me tot rust
wanneer uw pen me kust
wanneer u streelt mijn loken
o dichter, alles is muziek
wij tollen in ons eigen lichaam
als sterren rond allen tezaam
in de wervel van een totaal lied
van smaak, geur, kleur, klank en genot
diep in ons lijf aan de oppervlakte
gelijk aan Hem die ons bakte
in het geheim van Zijn grot
dat in ons huist ook
dat raadselachtig moeiteloze vuur
in de noen van ons hart, in de roes van ons uur
van ons wezen de kostelijke rookuw adem mijn geest
o dichter wees een feest
van mijn licht de horizon
zwaluw, meeuw, vlinder !
slang, leeuw, draak
dolfijn, hinde, kinder
o dichter, verricht uw taak !
o dichter, verricht uw taak !
laat de holle lijken ratelen en reutelen
de beunhazen tiepelen en beuzelen
zifters veuzelen pielepielen en teuteren
prutselen frutsen en kneuteren
uw pen is mijn mond
die spreekt door de hemel
die lacht met de grond
waarin ik wemel
bedrieg de Vijand met uw haak
ieder schot is raak, mijn wraak
is al kraak voor de pieren
hoe hoog of laag hun zee ook gaat
ik, Sura, hou de wachtzoals zon onverstoorbaar aan de hemel staat
haal de wereld die eraan komt binnen
spreek over weelde en van minnen
laat maar zien wie ik ben !
vuur mijn donders af
voer hen dronken als meeuwen
paf ! als musjes zo maf !
ik, Sura, ik zal je steunen
geen moment verlies ik je uit 't oogtussen ons gaat een boog
op mij kun je rustig leunen
schop die mierenhoop omver
steek de dijken door her en der
der dulle tijd breek de klok
de wateren zullen naar u luisteren
slijk en aarde aan u gehoorzamen
wind zal in uw oren fluisteren
wat vuur u zal beamen
de nieuwe hemel en de nieuwe aarde
laten zich in uw woorden al lezen
als rozen in een stralende gaardelaten zich in uw woorden al lezen
zie je mij daar zitten, in het midden
zie je me er dansen, glimlachen, geuren ?op regenbogen van ongekende kleuren
die voor ons zorgen, streven en bidden ?
kom, kus mij
nodig me uit voor een dans
voer me dronken gans
breng mij zon voorbij
steek het vuur aan jongen
neem bezit van je buit
blaas met heel je longen
steek de lont in het kruit
en waai als een zachte lentebries
welkom na een barre winter langover 't riet en het vogelengezang
van Neêrlands verenigde provincies
wentel de wereld die er aan
komt met uw wieken binnen
's lands dagelijks bestaan
ja tot aan de zwaartekracht die anders wordt
een bries, duisternissen die verdunnen
van Appingedam tot aan voorbij Dordt
voor de levenden frisse kracht
waarheid en pracht
een vloed, zoet en zacht
wat schots en scheef was komen te staan
volgens de hoogste minnewetten
o dichter van zon en maan
ergens moet er toch een begin zijn
vooruit dan, drink mijn wijn
drenk ermee dit aardse perk
wees gul met mijn drank
zet de kaden onder water en de reden
met mijn geklingel en geklank
iets nieuws, iets schoons
nieuwe, nieuwe tijdenandere dochters andere zoons
die onze harten verblijden
put mijn wezen uit
maak me broos
bespeel uw luit
naar uw sterke tong en handen
naar uw lippen vol erbarmen
die mij in de hemel doen belanden
met eiken, wolken en beuken
strijk glad de littekens, de deuken
in de polder, op het plein, de straat
het nieuwe is gekomen
wie kan het paradijs weerstaan
op de stromen van uw dromen
van het weergase systeem
doof de dekselse doctrine
uit in hoofd, huis en heem
keer om 't getij met dit woord
kom, laat ons feesten
de Tuin terugvoeren in Hollands oord
verklaart men je gek ?
geef geen krimp - gooitmen met drek ?
brengt de leeuwen tot brullen
grommen van genoegen, smullen
sap van de beste cru
maakt 't zwerk drupdronken
doet de sterren knallen spatten ronken
knipperen buitelen tollen
plus drie plus vier
geeft tien, puur plezier
weelde, lust, vreê
teruggebracht in het merg van de pijpen
herwonnen, hersteld de begeerlijke
kracht in 's lands ontelbare zijpen
grachten geulen plassen
sluizen spuigaten goten
bronnen beekjes moerassen
bos berg heuvel lei
wad zand duin
veld rots tuin
naar boven verheven
ontlast van al 't overbodige
terug naar hemel nr. zeven
zwelt wast spant bloeit tiert in stilte
en, onweerstaanbaar, verdrijft de kilte
't land uit dat van vreugde krijst
welke weg je stem ook moge gaan
vast voor jou zal de overwinning staan
niemand die jou kan krakken
en je handen strelen
laat pen bevelen
en lachen bovendien
mijn zon stroomt uit je mond
van mijn vuur ben jij de lont
je bent niet te raken
jouw pen kan alles aan
allerwegen gaan haar wielengeen rem hindert uw hielen
o dichter, vrijheid, vreugde voortaan !"
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire